CID = Celtic Inspired Design, een ontwerp gebaseerd op oude Keltische motieven.
Dit keer dus geen mandala, maar een tableau met Keltische motieven.
Ik neem je mee op deze Keltische tableau-reis...
In de oude verluchte, geïllumineerde boeken van de Middeleeuwen waren paneelpagina's pagina's met weinig of geen tekst, met 'alleen' afbeeldingen van kerkelijke figuren en motieven.
Panelen worden ook wel tableaus genoemd in het Nederlands.
In het Engels praten ze over 'panel'.
Bij panelen denken we echter al gauw aan op hout geschilderde afbeeldingen en daarvan is hier geen sprake, dus ik noem deze vorm van werken liever een tableau.
Een samenstelling van motieven, als een soort mozaiëk, waarbij de motieven in elkaar gepast zijn tot een rechthoekige vorm.
Deze pagina's waren soms zo verfijnd vormgegeven, dat je je zou kunnen afvragen of de makers ervan met penseeltjes met slechts één haar bezig waren en/of beschikten over een goed vergrootglas.
Deze makers van Middeleeuwse verluchte boeken waren monniken én leken en moesten wel beschikken over een grote vaardigheid die door veel oefening tot stand gekomen was.
Ik neem dan ook aan dat zij hun motieven eerst oefenden op een wat groter formaat.
Dat is dus wat wij nu ook gaan doen, werken in een wat groter formaat om de verschillende motieven te leren kennen en beheersen, daarna kun je steeds fijner en fijner gaan werken naargelang je vaardigheid groeit.
Hoe meer je met dit soort dingen bezig bent, hoe groter je vaardigheid zal worden.
Keltische tekenaars, schilders en kalligrafeerders van onze tijd maken wel vaker mooie tableaupagina's die ingelijst een prachtige kunstwerk aan de muur kunnen zijn.
Ze staan namelijk volledig op zichzelf en maken geen onderdeel uit van een boek of zo, zodat je niet meer pagina's nodig hebt om te begrijpen waar het over gaat.
Mogelijk kun je ze wel combineren met andere kunstwerken.
Ik zie nu bijvoorbeeld twee dezelfde staande tableau's gecombineerd tot een drieluik met een mandala in het midden voor mijn innerlijk oog verschijnen.
Leuk voor aan de muur!
Teken je mee?
De opzet van dit tableau gebeurt op een A4 formaat tekenpapier.
Je vindt hieronder stap voor stap de werktekeningen, een kleurplaat die je kunt downloaden om in te kleuren en een bijbehorend filmpje waarin alle werktekeningen in vogelvlucht nog eens langskomen.
De werktekeningen hieronder zullen je stap voor stap door het tekenproces leiden.
Voor het opzetten van mijn hulplijnen gebruik ik een 0,3 mm vulpotlood, hardheid HB.
Dat vind ik het prettigst werken, je leest verderop wel wat daarin meespeelt.
Ik begin, zoals meestal gebruikelijk, met het opzetten van twee richtlijnen voor mijn tableau.
Meet aan de zijkanten van je papier de lengte ervan op, deel door twee, zet daar met potlood een klein streepje en teken het kruis dat het midden van je tekening markeert.
Vanuit het midden gezien teken ik nu, nog steeds met potlood, 6 x 6 hokjes, per stuk 1,5 x 1,5 cm, (dus in totaal is dit hele vierkant 9 x 9 cm,) zoals je hieronder kunt zien.
Met een fijnschrijver - maat 0.2 heb ik hier gebruikt - teken ik de volgende lijnen over.
Ikzelf gebruik hierbij geen liniaal, omdat ik het mooier vind dat mijn werk weliswaar behoorlijk strak en nauwkeurig uitgevoerd, maar toch nog het karakter van handwerk laat zien.
Ga ik al mijn lijnen met een liniaal tekenen, dan krijgt het werk een heel andere uitstraling die voor mijn gevoel niet bij mij past.
In wezen is dit werk namelijk een oude kunst, waarin handwerk hoog in mijn vaandel staat.
Ik zoek dus een evenwicht voor mezelf tussen werken met hulpmiddelen en handwerk.
Voor de hulplijnen gebruik ik passer, liniaal en geodriehoek, maar voor het tekenen van het eigenlijke ontwerp zal ik mijn lijnen altijd met de hand tekenen.
De computer zal er zeker niet aan te pas komen voor het ontwerpen en tekenen van mijn werk.
Mogelijk dat dit in de toekomst allemaal gaat veranderen, maar deze werkwijze bevalt me nu prima.
De volgende stap is het intekenen van het trappatroon motief.
Ook dit kun je, net als ik, meteen met pen doen, maar wil je er zeker van zijn geen vergissing te maken, dan kun je het bijvoorbeeld als volgt aanpakken.
Ik heb, zoals al vermeld, mijn hulplijnen met een vulpotlood getekend, 0.3 mm.
Dat is natuurlijk een heel dun lijntje.
Wanneer je nu eerst met een gewoon tekenpotlood, of een vulpotlood 0.5 mm, de lijnen van het motief overtekent, zul je duidelijk verschil zien tussen de eerste en tweede lijn, zonder dat je lijnen te dik getekend zijn.
Te dik getekende lijnen zijn later namelijk bijna niet meer uit te gummen.
Want na de tekening helemaal getekend te hebben, gum ik mijn hulplijnen altijd uit.
Het is dan ook fijn om wat dikker papier te gebruiken, zodat het bij het gummen niet kapot gaat.
Het uitgangsontwerp, het basismotief, staat hier in het vierkant (3 x 3 hokjes) linksonder ingetekend.
Door dit ontwerp steeds een kwartslag te draaien, ontstaat onderstaand paneeltje.
Om dit paneeltje heen teken ik nog een rand in hetzelfde motief, doch wat kleiner in formaat.
Daartoe zet ik een rand op, bestaande uit vierkantjes van 0,5 x 0,5 cm, 6 hokjes breed.
De volgende stap is het intekenen van het motief in deze rand.
Daartoe zet ik eerst de lijnen op die het gehele motief van het binnenpaneeltje, verkleind weliswaar, omlijnen.
Uiteindelijk komen er dus 5 motieven naast elkaar en 5 motieven boven elkaar.
Dit gehele paneel is 15 x 15 cm groot.
Vervolgens komt het middenkruis in de motieven.
Om me niet te vergissen in het tekenen met pen - tenslotte zie ik nu niet goed meer waar het ene motief eindigt en het volgende begint - werk ik per motief van binnen naar buiten.
Ik teken dus eerst het midden vierkantje.
Daarmee is het motief duidelijk genoeg gemarkeerd.
Als je wilt doe je dit natuurlijk eerst weer met een iets dikker potlood, voor je de lijnen in inkt zet.
Daarna teken ik de rest van het motief, het trapje waar dit motief zijn naam aan te danken heeft.
Er is nu nog een flink stuk wit op het papier over.
Ik wil het paneel op papiergrootte maken, dus ik heb nog wat vulling nodig.
Ik ga nu van buiten naar binnen werken en begin met een buitenrand waarin ik een vlechtpatroon wil verwerken.
Daartoe zet ik hulplijnen op. Ik teken ze dus in potlood.
Vanaf de buitenrand van het papier gemeten, zet ik drie lijnen evenwijdig met de zijkanten van het papier, op 1,5 - 2 - 2,5 cm.
Ik verdeel deze lijnen vanuit het midden in stukken van 1,5 cm, dezelfde maat welke de basis was voor het trappatroon motief.
Ik hou dan bij de hoeken een stukje over, omdat het niet uitkomt.
Dat is prima, dat wordt straks verwerkt in een ontwerp voor het hoekstuk.
Een verdeling in een andere maat, het geheel bijvoorbeeld in gelijke stukken verdelen is een andere mogelijkheid. Een ander bijpassend hoekontwerp is dan nodig.
Ik verdeel de stukken in tweeën.
Nu teken ik een deel van de vlechtrand in door aan te geven waarde kruisingen komen.
Let op: de vlechtrand teken ik eerst helemaal in potlood.
De lijnen die ik nu teken zijn allemaal hulplijnen.
De eerste verbindingen worden gelegd.
(Het lijkt wel een DNA-spiraal.)
De volgende stap bestaat uit het leggen van nog meer verbindingen.
De hoekstukken worden voorzien van een passend ontwerp.
Een hoekdetail voor de duidelijkheid.
Het nu getekende vlechtpatroon is de kern van het uiteindelijke vlechtpatroon.
Nu dienen deze lijnen nog verdubbeld te worden om de koorden dikte te geven.
Dat doe ik aan twee kanten, zodat overal drie lijnen naast elkaar komen te staan met de kernlijn van de vorige stap in het midden.
Ter verduidelijking, een detail...
De volgende stap is het verduidelijken van de kruisingen.
De koorden lopen boven-onder-boven-onder-boven-onder-etc etc etc... elkaar door.
In detail...
Met een tekenpen maat 0.05 teken ik de buitenlijnen van dit vlechtwerk over.
Om het geheel meer verbinding te geven en er een echt paneel van te maken zet ik verbindingslijnen of beter gezegd kaderlijnen.
Mogelijk was het slimmer geweest deze lijnen eerder te plaatsen, want als je de lussen van het vlechtwerk te groot hebt gemaakt, passen de lijnen, die later randjes moeten worden, niet meer om en tussen datgene wat al getekend is.
Ik heb slechts op één plekje een wat te ruime lus getekend, dus dat valt nog mee en kan nog wat mee gesjoemeld worden, maar als je slim bent teken je deze lijnen dus al vóór dat je de vlechtrand gaat tekenen.
Wel zorgen dat je dan niet in de war raakt met de lijnen voor de vlechtrand!
En heb je je lussen toch wat te ruim getekend, niks aan de hand: gewoon weglaten deze lijnen.
Het resultaat is dan anders, maar zeker niet verkeerd.
De twee witte delen voorzie ik vervolgens van een sleutelpatroon.
Daartoe teken ik eerst weer een grid van hokjes van 0,5 x 0,5 cm.
Vervolgens teken ik stap voor stap het sleutelpatroon.
Ik hoop dat je het kunt zien, want ik heb wat moeten gummen.
Ja, de dingen gaan niet altijd meteen goed.
Ook bij mij niet hoor.
Bij de volgende stap ontstaan er Z-vormen.
Ik heb de lijnen nu toch maar even met een gewoon potlood wat dikker aangezet, zodat het nu mogelijk duidelijker is.
Ik teken nog niet meteen in pen, omdat je bij het tekenen van sleutelpatronen soms toch wat moet uitproberen of het resultaat wel naar je zin is.
Je moet er door oefening een beter gevoel voor krijgen, maar ieder vlak dat je in wilt vullen is toch weer anders.
Tijdens het tekenen van de volgende stap kom ik erachter dat ik toch wat pootjes van de Z-figuren vergeten ben.
Dat herstel ik nu natuurlijk meteen.
Dit geeft maar weer eens aan dat je bij het tekenen van een sleutelpatroon goed moet kijken en op je hoede moet blijven op vergeten stukjes in voorgaande stappen.
Ik teken nu mijn sleutelpatronen meteen maar met tekenpen over, zodat je het patroon duidelijk kunt zien.
Uiteraard kun je dat eerst in potlood doen. Heb ik ook gedaan hoor.
In de hoeken moet je even een creatieve oplossing bedenken die past bij het gehele ontwerp.
Herhaling van het motief in de hoeken is namelijk vaak wat lastig te doen.
Er ontstaan dan grotere witte vlakken of iets van het patroon afwijkende lijnen.
Vul het in zoals je goed dunkt.
Wanneer je nu dit tableau bekijkt begrijp je misschien de term 'sleutelpatroon'?
Het zijn net allemaal baarden van sleutels die in elkaar grijpen.
Ik gum al mijn potloodlijnen nu uit.
Eerlijkheid gebied te zeggen dat ik nu de wat grauw grijze waas meteen met de computer maar even wit gemaakt heb, zodat je deze afbeelding zou kunnen downloaden als kleurplaat, maar vooral omdat dit lekker duidelijk is.
Dit is het eindresultaat.
Kleur komt in een volgend stadium.
Heb je onderweg best veel gegumd, of heb je je hulplijnen wat hard aangezet, dan is het resultaat misschien nog niet helemaal naar je zin.
Uiteraard kun je met de opgedane ervaring de tekening gewoon nog een keer tekenen, lettend op dat wat je nu geleerd hebt, maar je kunt bijvoorbeeld ook een lichtbak gebruiken om je ontwerp over te brengen op een definitief tekenpapier waar je later op gaat kleuren.
(Een buitenraam en/of een achter een raam geplaatste lamp werkt ook prima als alternatieve lichtbak.)
Ik teken mijn ontwerpen die ik met een lichtbak overneem toch altijd eerst weer in potlood en teken ze daarna pas definitief over met een tekenpen.
Je hebt dan echter alleen die lijnen die je uiteindelijk ook wilt laten staan, niet al die ruitjes en zo.
Bijkomend voordeel: je kunt het ontwerp dan meerdere keren gebruiken.
Wanneer je vaker op deze manier wilt ontwerpen, denk er dan eens aan je eerste ontwerp op kalkpapier te maken. Ik zag in een boek van Courtney David dat hij dat ook doet.
Voordeel daarvan is dat het papier dunner is en dus makkelijker doorschijnt op zo'n lichtbak.
En bewaar dus je ontwerpen voor later her-gebruik!
Tip:
Maak van je zwart/wit tekening een kopie!
Misschien zelfs wel meerdere.
Het is handig om een exemplaar bij de hand te hebben om je kleureffecten op uit te proberen,
maar ook altijd fijn om het definitieve ontwerp voor hergebruik te bewaren of gewoon een ander blij te kunnen maken met een kleurplaat.
Nog even in vogelvlucht:
Prachtig resultaat van cursist en collega mandala-tekenaar Toke van Stippent (Wijchen):
En een andere super mooie tekening van Annette Kaper (Castricum):
Ik wens je héél veel teken- én kleurplezier!
Warme hartegroet, Angelique
CID = Celtic Inspired Design.
(Tekeningen van eigen hand, geïnspireerd op Keltische ontwerpen. Ik pretendeer dus geen origineel Keltische ontwerpen te tekenen, maar laat me inspireren door de oude Keltische ontwerpen zoals deze her en der te vinden zijn, bijvoorbeeld in de boeken.)
Bronnen:
Jeannette van der Velden en Ada Schippers 'Werkboek Keltisch Tekenen'
Aidan Meehan 'The Celtic Design Book'
Courtney Davis 'Keltische Ontwerpen'
Aidan Meehan 'The Celtic Design Book'
Courtney Davis 'Keltische Ontwerpen'
Wil je deze bronnen voor jezelf bestellen, dan kan dat bij bol.com via onderstaande links:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten