HET MANDALA BLOG VAN NYMPHAEA SPIRITUEEL CENTRUM (voorheen De Witte Waterlelie - Praktijk voor Bewust Zijn). ---
Of je nu gewoon nieuwsgierig bent naar de mandala of dat je al een heuse mandala-liefhebber bent... beginner of gevorderde mandala-tekenaar... of op andere wijze bezig met de mandala... welkom! Veel inspiratie en tekenplezier toegewenst! (Alle mandala's op deze site zijn zelf getekend, niet uit kleurboeken e.d. tenzij anders vermeld.) Angelique Moorman.
Waar een héél rustige beurs al niet goed voor is...
Ik ga dan zelf lekker zitten tekenen en kleuren (als ik uitgekletst ben met collega standhouders ;) ).
Blanco postkaart van de Hema, LYRA Rembrandt Polycolor kleurpotloden.
Gisteren uit de hand een 'Celtic maze pattern' (een Keltisch doolhof patroon) uitgeprobeerd en op intuïtieve wijze met vrolijke kleurtjes ingekleurd.
Vandaag afgemaakt:
Omdat hij uit de hand getekend is, staat het midden tableau niet helemaal recht op papier en is het patroon niet zo strak. Meet je het allemaal uit met potlood en liniaal, dan zal het geheel een stuk strakker zijn dan dit exemplaar. Het heeft beiden een duidelijk eigen charme.
Instructies over het tekenen van dit soort tableau's of dit specifieke patroon komen later aan bod in een nieuw blogbericht. Offfff.... je komt een keer langs om zoiets te leren tekenen.
Er zijn diverse manieren om Keltisch knoop- en vlechtwerk te tekenen. Op deze website zullen meerdere methoden aan bod komen, hoewel deze in de basis steeds hetzelfde uitgangspunt hebben: We zien steeds één of meerdere koorden die met elkaar vervlochten zijn. In traditioneel Keltisch vlechtwerk is ieder koord op zichzelf in het werk te volgen middels het vlechtprincipe van bovenover-onderdoor-bovenover-onderdoor-etc... om weer bij het beginpunt uit te komen. Er is in wezen dus geen begin en geen einde. Men spreekt dan ook wel van oneindige knopen. Een knoop die bestaat uit slechts één koord wordt spiritueel gezien ook wel symbolisch bekeken als het Al-één, symbool voor het universum, voor de goddelijke oneindigheid. Bekende knopen die we niet alleen in de Keltische cultuur vinden, maar bijvoorbeeld ook in het Boeddhisme.
Er zijn in het vlechtwerk dus geen losse eindjes, tenzij... er sprake is van mens-, dier- of plantfiguren die toegevoegd zijn aan het vlechtwerk waar het koord in overloopt. Je ziet daar dan wel 'losse eindjes' die meestal vorm krijgen in de vorm van kop / hoofd / lijf / poten / staart / handen / voeten / bloem / knop / bladeren, etc. of waar de koorden de vorm hebben van armen / benen / poten / stengels / boomstammen / wortels, etc. Er is dus niet één goede of 'beter dan de anderen' methode. Wanneer je langer met knoop- en vlechtwerk bezig bent zul je door oefening en ervaring leren welke methode in welke situatie het handigst is. Gewoon mee bezig zijn dus, vooral ook lol hebben in het oefenen en uitproberen. En ja, er zal dus wel eens iets 'mis' gaan, maar dat is dus niet erg, daar is oefenen voor, want daar leer je uit waar je welke methode het best toe kunt passen. Uitproberen, spelen... leren en opgedane kennis leren toepassen! Op het internet (YouTube bijvoorbeeld) zien we weleens filmpjes langskomen van mensen die knopen en hele vlechtwerken zomaar 'even' uit de losse hand op papier zetten. Knap hoor! Ik heb echter zo'n flauw vermoeden dat zij al behoorlijk vertrouwd zijn met het opzetten en tekenen van een Keltische knoop en meer specifiek op die bewuste knoop flink geoefend hebben. Tja, talenten daargelaten natuurlijk. In mijn blogs ga ik er dus niet van uit dat je die knoop zomaar uit de losse hand gaat tekenen. Ik bied je handvatten aan om spelenderwijs meer inzicht en vaardigheid te krijgen in de wereld van het Keltisch knoop- en vlechtwerk. We beginnen bij het begin, zodat ook de beginner die nog helemaal geen Keltische tekenervaring en al helemaal geen knoopervaring heeft, het verhaal ook nog kan volgen. ONTWERPOEFENING Allereerst tekenen we het grondpatroon, de kern van de koorden waarmee gevlochten gaat worden. Ik ben eerst maar eens gaan tekenen op een blanco postkaart om het principe te onderzoeken, zodat jij mee kunt kijken en doen. Lees eerst deze hele blog globaal door en ga daarna nogmaals al tekenend door het hele verhaal.
********
Tip:
Dit soort oefen-postkaarten zijn leuk om te versturen bij allerlei gelegenheden.
Of je bewaart ze in een mooi album, maakt er gebruik van
in je fotoalbum/scrapbook, je Art Journal, je dagboek, etc...
********
We beginnen met de middenlijnen aangeven op onze kaart:
Van hieruit gaan we een raster tekenen, in onderstaande tekening in rood aangegeven.
Deze lijnen hoef jij natuurlijk niet met een rode stift of fineliner te gaan tekenen.
Ik heb dat alleen maar gedaan om duidelijk aan te geven wat er op dit moment getekend gaat worden. Datgene wat in zwart staat heb je al getekend, datgene wat er in rood staat wordt getekend in de volgende stap.
Zou ik een scan maken van mijn tekenpotlood-werk, dan zou je dat hier bijna niet zien.
Jij tekent dus gewoon met je HB-potlood, totdat ik in de tekst aangeef dat je over kunt trekken met een fijnschrijver.
********
Tip:
Je kunt voor jezelf ook stappenplannen uittekenen en bewaren in een mooi verzamelboek van diverse Keltische trappatronen, knopen, spiralen, doolhoven, labyrinten, etc. etc.. Leuk joh! En dan natuurlijk niet alleen het Keltisch werk, maar bijvoorbeeld ook tangle/doodlepatronen, mooie planten- of dierenstudies, etc. etc... Want natuurlijk mag je combineren in je eigen werk! Ieder zijn eigen mooie tekeninspiratieboek of misschien krijg je er uiteindelijk wel meerdere. Op die manier heb je altijd inspiratie bij de hand, ook als je even niets meer weet, want ook tekenaars kunnen last hebben van een soort 'writersblock', een 'drawersblock'. Als je maar eenmaal een ingang hebt, kunt je vaak weer verder. Dan komt de stroom wel weer op gang.
********
De vierkanten in dit raster zijn op mijn postkaart 2 x 2 cm groot,
aan de rand blijft er dan een kleiner stukje over.
Dit soort lijnen worden later weer uitgegumd, dus teken deze zo dun mogelijk met potlood.
Het zijn kernlijnen, lijnen die de richting van je knoopwerk aangeven.
In een later stadium geef je je knoopwerk meer volume.
In dit raster zie je nog niet dat er sprake is van vlechten, dat komt in een later stadium.
Deze lijnen heb ik met een liniaal uitgemeten en getekend.
De volgende lijnen teken ik met de hand.
Het geeft je tekening meer charme om met de hand te tekenen.
Met oefening, liefst dagelijks, ontwikkel je een vastere hand, betere lijnvoering en gevoel voor verhoudingen, compositie, etc., maar je kunt de lijnen ook eerst met potlood (en liniaal) tekenen en dan later met (watervaste) fijnschrijver stukje voor stukje overtrekken. Het vraagt dan wel oefening om de aanzetten niet meer te zien. Het geheim zit 'm erin om zo min mogelijk op je pen drukken. Laat de pen het werk doen. Die is ervoor gemaakt om zwart of kleur af te geven. Jij geleidt hem alleen maar. Zodra je op je pen gaat drukken, krijg je meer aanzetten te zien.
De volgende stap is het tekenen van de binnenlijnen.
Zorg dat alle lijnen zoveel mogelijk evenwijdig lopen met de kernlijnen en dat de afstand tot de kernlijn overal zo'n beetje even groot is.
Zorg ook dat de tegenover elkaar liggende hoeken recht tegenover elkaar liggen, want deze worden in een later stadium met elkaar verbonden. Het zijn tenslotte koorden die doorlopen.
Bedenk ook hier: oefening baart kunst!
Daarna worden de buitenlijnen getekend:
Nu ga je de kruisingen volgens het boven-onder principe van een vlechtpatroon tekenen.
Dat kan op twee manieren:
Manier I.
Nu kun je, met een beetje moeite wel zien dat er sprake is van een vlechtwerk, maar de doorgetrokken kernlijnen kunnen je van je á propos brengen.
In sommige boeken zie je dan ook dat men eerst de kernlijnen uitgumt voor men de kruisingen vorm geeft. (Manier II.) Dat is heel goed mogelijk als je vlechtwerk groot en grof genoeg is dat je met een (klein) gummetje tussen de lijnen kunt blijven, maar ga je fijner werken, dan is dat bijna niet meer te doen.
Ikzelf laat de kernlijnen derhalve altijd gewoon staan, tot ik de lijnen, die ik wil laten staan, met een fijnschrijver overgetrokken heb. Dan kan ik daarna gewoon alles uitgummen wat nog potlood is.
Dit ziet er dan zo uit:
Manier II
Heb je moeite met het zien van de kruisingen, gum dan eerst de kernlijnen uit en teken daarna de kruisingen in. Na wat oefening met het wat grovere tekenwerk zul je het principe gaan herkennen en toe kunnen passen op fijner werk waarvan je de kernlijnen niet eerst uit kunt gummen, zie manier I.
Eerst gum je dus de kernlijnen uit. Dat ziet er dan zo uit:
En daarna teken je de kruisingen in:
Wat dan hetzelfde resultaat oplevert:
Resumé:
Manier I kun je in dit vlechtpatroon dus altijd in ieder knoopontwerp gebruiken.
Manier II kun je gebruiken als de band breed genoeg is om met een kleine gummetje de kernlijnen uit te gummen. Is je band te smal voor een gummetje, dan zul je manier I moeten gebruiken.
Alle verdere uitvoering is zeer persoonlijk. Door de aanwijzingen te volgen zul je eenzelfde, maar nooit precies hetzelfde, resultaat bereiken. Dat is hetzelfde als twee koks die met dezelfde ingrediënten hetzelfde recept volgen: het resultaat is nooit hetzelfde, tenzij... Je met dezelfde liefde en passie, met je volle aandacht werkt en vooral veel geoefend hebt. Dan bereik je dezelfde verfijning als de chef-kok. Ik wil je vooral uitdagen je eigen weg te gaan en deze dingen hieronder als inspiratie te gebruiken voor je eigen werk.
KLEUREN.
We beginnen bijvoorbeeld met een lichte zachte ondergrond in Ultramarin dunkel - Paris Blue 600-50, een kleurpotlood van LYRA Rembrandt - Polycolor. Welke basiskleur, van welk merk, je dan ook gebruikt voor de koorden, begin met de lichtst mogelijke eerste laag. Dus zachtjes rondjes draaiend, zonder drukken op het potlood. Laat het potlood zijn werk doen. Een kleurpotlood met goede pigmentafgifte is fijn om mee te werken.
Gebruik dus je eigen kleurpotloden, je eigen favoriete merk! Experimenteer daarmee. Leer je kleurpotloden en papier kennen, zodat ze een verlengstuk van jezelf worden.
De volgende band krijgt een evenzo zachte basis in Kobalt hell - Light Cobalt Blue 600-44, een kleurpotlood van LYRA Rembrandt - Polycolor.
De zachte basis is voor het oog (en al helemaal hier op een computerscherm) bijna dezelfde kleur, maar het verschil zal duidelijker worden, als je verder laag voor laag op gaat bouwen.
We gaan eerst eens deze twee kleuren, en vier koorden verder inkleuren, want uiteraard laten we het niet bij een zachte basislaag.
Laag twee van de eerste kleur:
Om meer diepte te geven aan ons tekenwerk gaan we de band die onderdoor kruist wat donkerder maken, we brengen schaduw aan.
Je kunt al zien dat er diepte gaat ontstaan in het vlechtwerk. Ik zet nog een paar lagen op om de kleur meer te laten 'spreken'. Laag voor laag dus, zoals ik beschreven heb in de artikelen over MEDITATIEF KLEUREN EN KLEURTECHNIEK.
Wanneer je ineens de kleuren op 'kracht' zou willen brengen en daartoe harder op je potlood drukt, duw je de structuur van het papier plat en zal het geen lagen meer op kunnen nemen. Het is dan meteen 'verzadigd'. Wanneer je zonder op je potlood te drukken kleurt, dan kun je lagen aan blijven brengen en krijg je het mooiste resultaat. Oefening en geduld zijn in deze wel twee kwaliteiten die je daarin moet hebben of moet willen ontwikkelen.
Mijn ervaring in lesgeven heeft me geleerd dat mensen in het begin rust moeten ervaren om te kunnen kleuren op deze wijze. Maar als men blijft oefenen komt er ergens een moment dat men gaat kleuren om de rust te gaan voelen. Er gaat een 'knop' om. Het kleuren wordt een middel om rust en ontspanning te ervaren. Het is een meditatieve bezigheid. Heb je moeite met dat laag voor laag kleuren, met oefening en geduld, en wil je je vaardigheid in meditatief kleuren ontwikkelen, begin dan met een paar minuten kleuren per keer. Probeer dan niet meteen uren achtereen te kleuren. Bouw het op. Gun jezelf die tijd en je krijgt er uiteindelijk heel veel voor terug. Ik kan nu uren en uren achter elkaar kleuren en ervaar daar de rust en ontspanning van. Maar ik verkeer op dit moment dan ook in de luxe positie dat te kunnen, ik heb daar ook de tijd voor. Neem de tijd om te oefenen en neem de tijd die jij ervoor hebt. Al is het maar een half uurtje per dag. (Het is fijn als je je eigen werkplek hebt waar je kunt gaan zitten op ieder moment dat jij wilt, zonder steeds al je tekenspullen te hoeven uitpakken en uitstallen, een plekje waar je je tekenspullen kunt laten liggen.) Ja, je zult geduld moeten hebben voor je tekening af is, maar is dat erg? Het resultaat van je oefening en geduld zal zich laten zien in de kwaliteit van je kleurwerk. Eerlijk gezegd gaat het mij meer om het proces op zich, dat door zal werken in alle facetten van je leven, dan om het resultaat. Frappant vind ik wel dat het resultaat mee versterkt met je ontwikkeling in meditatief kleuren. Bedenk: het leven is een reis, je kunt in de TGV of de straaljager stappen om naar een doel te reizen, maar krijg je dan veel mee van het landschap waar je doorheen reist? Je kunt in een gewone trein of gewoon vliegtuig stappen, zie je iets meer van dat landschap, in de auto, op de brommer, op de fiets... Maar je ziet de meeste details en de meeste schoonheid van de natuur als je te voet gaat. Pas dan zie je wat er werkelijk allemaal in de natuur te beleven is, zie je de intense schoonheid van de dingen, kun je er af en toe even bij stilstaan en genieten van het uitzicht. Een reis te voet geeft je meer verwondering en beleving, meer kennis en verdieping. En zo is het ook met tekenen en kleuren. Je kunt groot en grof werken, maar je kunt er ook voor kiezen om de verdieping van het kleine en fijne op te zoeken. Het is een keuze. De keuze is aan jou. Dat kleine en fijne, dat is mijn manier van kleuren en omgaan met het tekenen van Keltische designs en Mandala's, je hoeft het niet op deze manier te doen. Je mag uiteraard gewoon je eigen wijze van kleuren toepassen. Niets 'moet'.
Ik zet meerdere lagen over elkaar op, tot het donkerste gedeelte de daadwerkelijke diepte en kracht van het potlood heeft bereikt. De lagen lopen mooi in elkaar over, zodat er een geleidelijk verloop is van donker naar licht.
Wat een verschil hè? Het verschil tussen deze eerste twee koorden die meer diepte hebben gekregen en die eerste zachte laag die er eerst stond, is groot. Ik zal je straks nog wat variaties laten zien, waardoor het effect weer anders is.
Eerst met deze tekening verder...
Zo doe ik beide koorden.
Je ziet nu ook het kleurverschil tussen de twee blauwtinten beter.
Tip:
Het gebruik van verschillende tinten van dezelfde kleur in een herhalend motief, zoals in de banden in deze tekening, zorgt ervoor dat een tekening er levendiger uit gaat zien dan het gebruik van steeds dezelfde kleur in ieder motief.
********
Tip:
Wanneer de band die over een andere band gaat iets te donker uitgevallen is naar je zin, de lichte partij is te donker geworden, dan kun je dat stukje met een kneedgum iets oplichten. Je gumt dan niet gewoon, want daar is een kneedgum niet voor bedoeld, je dept in wezen met je kneedgum en 'lift it off' zoals de Engelstaligen dat zo treffend zeggen, je pikt het (voorzichtig) op en je 'tilt het op'.
In dit volgende filmpje op YouTube vond ik de mooie aanwijzingen hiervoor. (Is in het Engels, maar de beelden spreken voor zich, denk ik.) In dit geval met een grafiet potlood, een tekenpotlood, en een oog, maar dat is in allerlei situaties te gebruiken, ook met kleurpotlood.
********
Ik zoek nog een paar mooie blauwtinten uit en kleur alle koorden in:
Van links naar rechts, verticale koorden, zie je de volgende kleuren:
Ultramarin dunkel - Paris Blue 600-50, een kleurpotlood van LYRA Rembrandt - Polycolor.
Kobalt hell - Light Cobalt Blue 600-44, een kleurpotlood van LYRA Rembrandt - Polycolor.
Ceruleumblauw 554, een kleurpotlood van de oude serie Bruynzeel Design.
Cobaltblauw 555, een kleurpotlood van de oude serie Bruynzeel Design.
Preussischblau - Prussian Blue 600-51, een kleurpotlood van LYRA Rembrandt - Polycolor.
Orientblau - Oriental Blue 600-49, een kleurpotlood van LYRA Rembrandt - Polycolor.
Pfauenblau - Peacock Blue 600-53, een kleurpotlood van LYRA Rembrandt - Polycolor.
Van boven naar onder, horizontale koorden, zijn bandkleurnummers 4 en 5 er tussenuit gelaten.
Uiteraard kun jij je eigen kleuren van je eigen kleurpotloden kiezen, maar om te oefenen met kleurtechniek zijn blauwtinten wel ideaal. Je ziet er namelijk erg snel je kleurgedrag in, het tekent duidelijk af wat je doet. Kleuren in blauwtinten is fijn om te oefenen met meditatief kleuren.
In wezen is de kleur tussen de koorden wit hoor, maar op de scan kleurt deze lichtgrijs/blauw. Daar ga ik maar eens verandering in brengen, want de ruimte tussen de koorden vraagt natuurlijk wel om invulling. Dat kun je volledig op eigen wijze, naar eigen inspiratie doen. Ik heb er dit van gemaakt...stap voor stap laat ik je zien hoe ik dit getekenden gekleurd heb.
'Lees' van links naar rechts mee in de afbeelding hierboven. Allereerst teken ik een diagonaal in ieder vlakje met kleur nr. 62 van Bruynzeel Design Sakura 8805. Daarna kleur ik de driehoekige vlakken in met een basislaag met Türkis - Aquamarine van LYRA Rembrandt - Polycolor. Vervolgens zet ik de buitenranden en een stukje langs de diagonalen aan met kleur nr. 68 van Bruynzeel Design Sakura 8805. Vervolgens zet ik een iets kleiner stukje langs die buitenranden en langs de diagonalen aan met wederom kleur nr. 62 van Bruynzeel Design Sakura 8805. De volgende stap is het intekenen van een trappatroon in het vlak (trappatronen worden ook op deze website behandeld):
Die verdeling in 6-en van de diagonalen doe je denkbeeldig, dan wel met een heel licht aangeven in je tekening. Ik heb het hier gewoon even duidelijk aangegeven, zodat jullie kunnen zien wat ik doe. Je kunt die verdeling uitmeten, maar ik doe dat soort dingen op het oog als de afstand niet te groot wordt. In dit geval, op een postkaart, is het klein genoeg om op het oog een verdeling te maken. De elkaar kruisende diagonalen zorgen ervoor dat ik ieder stukje nog maar in 3-en hoef te verdelen en dat lukt me zo prima zonder uit te meten. Het totaalbeeld ziet er dan uiteindelijk zo uit, althans zo'n beetje... kleuren in het echie zijn toch iets mooier, maar goed, dit is het beste wat ik eruit kan halen met mijn beperkte ict-vaardigheden:
Leuk als ansichtkaart, als achterkant van orakelkaarten, of om cadeaulabeltjes van te maken... Na het inscannen op een redelijk hoge resolutie, heb ik hem al uitgeprint op A3 formaat en er een pakpapier van gemaakt. Leuk cadeautje!
Cadeaulabels of kaarten: Scan je tekening in,
maak in een tekstverwerkingsprogramma een tabel aan op A4-formaat en
zet daar je tekening een aantal keren in, naar gewenste hoeveelheid en grootte. Print je vel uit op dik papier en snijd de kaarten uit. Deze kaarten kun je dan weer op een dubbele kaart plakken bijvoorbeeld. Wil je nog iets extra's doen, dan kun je met een speciale schaar een speciaal randje eraan knippen,
dit randje met goud beschilderen met bijvoorbeeld gouach of acrylverf en
nog een paar stippen op de kruispunten van de achtergrond:
Leuk als kaart aan een dierbare, klein kaartje aan een bosje bloemen of cadeautje, etc.
Het is maar een idee, je kunt zelf vast nog wel andere toepassingen bedenken.
KLEUREN II
Wanneer je diepte in de tekening wilt is bovenstaande methode een goede manier. En eerlijk gezegd vind ik dat ook wel een heel mooie manier, maar je kunt er bijvoorbeeld ook voor kiezen om de koorden egaal in te kleuren.
Wanneer je daarbij de volle intensiteit van de kleur van het kleurpotlood wilt benutten, kun je ervoor kiezen om flink op je potlood te drukken, maar houd er dan rekening mee dat je dan de structuur van het papier plat drukt.
Papier dat glad van structuur is, neemt (bijna) geen pigment meer op. Bij het kleuren schuur je als het ware pigment af van de punt van het kleurpotlood wanneer je dat potlood over het (relatief) ruwe oppervlak van papier beweegt. Op het moment dat alle holletjes van het papier opgevuld zijn of het papier glad is, is er geen sprake meer van 'schuren' en glijdt het potlood gewoon over het papier, zonder dat er ergens pigment kan blijven hangen. Als je niet op je potlood drukt, maar alleen licht over het papier heen beweegt, zul je meerdere lagen aan kunnen brengen, waardoor je op een meer egale manier een vlak in kunt kleuren. Harder drukken en in eens een laag kleur aanbrengen is een mogelijkheid, maar het gevaar bestaat dat je dan een vlekkerig resultaat krijgt. Bovendien kun je daarna geen schaduw meer aanbrengen of andere effecten. Houd er ook rekening mee dat een hard potlood vaak minder makkelijk kleur afgeeft, dan een zacht potlood, maar een zacht potlood op een superglad papier dat werkt dan ook weer niet. Een hard potlood op ruw of zacht papier werkt ook weer niet. Het is een beetje spelen en oefenen welk papier bij welk potlood past en ook nog eens past bij jouw manier van kleuren. Koop derhalve ook geen hele doos met nieuwe kleurpotloden (behalve de kinderkleurpotloden, want dat kan dan weer niet anders), maar probeer een paar kleurtjes van een voor jou nieuw merk eerst uit. Papier is een beetje lastig proberen, omdat je toch altijd een heel blok moet kopen. Kom je een keer bij mij thuis tekenen, dan kun je daar wel wat papiersoorten en kleurpotloden proberen, hoewel ik door mijn voorraad niet kan garanderen dat die bewuste papiersoorten nog steeds verkrijgbaar zijn. In dit geval heb ik wat van mijn 'oude' potloden gebruikt. Voor mezelf ben ik uiteindelijk op de Faber Castell Polychromos kleurpotloden uitgekomen als zijnde mijn favoriet, maar ik maak mijn oude kleurpotloden natuurlijk wel op en daar zijn deze oefeningen prima geschikt voor.
In onderstaande tekening (dezelfde opzet als de vorige) zijn de koorden in meerdere dunne lagen over elkaar opgezet (niet op het potlood drukken, laat het potlood het werk doen in kleurafgifte, niet jouw kracht), met dezelfde kleuren als in het oorspronkelijke ontwerp. Iedere laag is over het geheel gekleurd dus zonder verloop van licht naar donker. Daardoor ontstaat een egaal vlak. Het 'boven-onder' effect is natuurlijk nog wel te herkennen, maar vlakker dan in de vorige tekening. De tekening heeft geen echt diepte-effect zoals de vorige tekening.
Behalve dat het hier een vlechtwerk betreft, heeft dit nog geen Keltisch karakter. Een extra lijntje doet al wonderen...
Bijpassende achtergrond completeert het geheel....
Nog even naast elkaar, nog even de eerste versie:
Wat een verschil hè? Exact dezelfde tekeningopzet, andere uitvoering. Dezelfde kleuren gebruikt, maar de manier waarop die zijn toegepast is duidelijk anders. Het geeft een groot verschil wanneer je vlakke kleuren gebruikt of kleuren in elkaar en in intensiteit laat verlopen. Het is natuurlijk een kwestie van smaak wat je mooier vindt. Het kan ook een kwestie van toepassing zijn, waar je je werk voor wilt gebruiken.
Je kunt natuurlijk ook nog heel andere kleuren gebruiken, dat geeft weer een ander effect.
Speel eens wat met deze opzet en verschillende kleuren en kleurtechnieken.
MANDALA
Allereerst zoeken we het midden van het papier op, altijd middels het plaatsen van twee assen in het midden, zodat onze mandala een richtlijn heeft om recht op het papier te komen. Dat kijkt wel zo mooi. De scan is wat grauw uitgevallen, maar dat komt, omdat ik ervoor gekozen heb gewoon de potloodlijnen te laten zien. Om die te kunnen zien moest ik de kleuren wat donkerder maken.
Papier: Crea Kit schetsboek, A4 formaat.
Vervolgens tekenen we een cirkel met als middelpunt het centrum van het papier, het kruispunt van de assen en een straal van 8 cm (de afstand tussen de benen van de passer).
Het makkelijkste om dat te tekenen is de 8 cm af te meten vanaf het centrum en een streepje op één van de assen te zetten, waarna je met de passer een cirkel trekt. Sommige mensen zetten hun passer op maat langs hun liniaal, maar dat is minder secuur. Nu is dat in deze mandala misschien niet zo noodzakelijk, maar je kunt beter een manier aanwennen die in de meeste gevallen voldoet.
Vervolgens tekenen we nog een cirkel met het centrum als middelpunt en 5,5 cm als straal.
We creëren een soort bord met rand. Leuk om hier later dan ook een bord van te laten maken (Hema, bijvoorbeeld). Het is maar een idee.
In het middendeel gaan we toepassen wat we op de kaart ook al gedaan hadden, we maken een ruitjespatroon van 2 x 2 cm:
De uitdaging is nu om het motief in de rand te gaan verwerken op de één of andere manier. Dat hoeft niet op een manier die overeenkomt met de één of andere werkelijkheid, het is een creatief proces, dus verzin zelf iets, waardoor de rand een vervolg krijgt vanuit het motief in het middendeel. Maak het jezelf niet te moeilijk, laat je creativiteit stromen. Een voorbeeld:
Je kunt het zo laten natuurlijk.
Na wat tekenen, gummen en weer tekenen, ontstond dit...
Als ik ze zo naast elkaar zie, dan besluit ik dat de eerste versie in vormgeving wat sterker is.
De tweede ziet er wat mij betreft te gekunsteld uit. Dus ik laat het bij de eerste en gum mijn lijnen weer uit, behalve de dubbele lijnen van de cirkels, die op 2 mm afstand van de eerste cirkel getekend zijn. De één binnen de vorige cirkel, en eentje buiten de buitenste cirkel.
Dat kan een mooi goudrandje worden straks. En wie weet dat ik dat goudrandje straks ook niks vind, als ik er een vlechtwerk van gemaakt heb.
Het zal blijken.
Gummen dus...
Ik ga nu het principe van vlechtwerk ontwerpen toepassen, zoals dat in de ontwerpoefening beschreven is en trek de lijnen met een zwarte watervaste fijnschrijver (0,2) over die ik wil laten staan:
Zoals je ziet is in de scan de achtergrond nu ook een beetje witter weergegeven, waardoor de overgetrokken lijnen nu duidelijk te zien zijn.
In potlood zijn de kernlijnen nog te zien als je goed kijkt. Die kunnen nu uitgegumd worden...
En dan begint het proces van kleuren... nou ja.... van kleurstudie in dit geval, omdat er iets in mijn gedachten zit wat ik wil proberen vorm te geven op papier. We kijken eens waar dit toe leidt.
Kleuren die ik gebruikt heb:
Zwart, 3 groenkleuren (donker, middel, licht), wit en (midden) grijs.
Kleurpotloden: Lyra Rembrandt.
Acrylverf: Goudkleurig van Reeves.
Fijnschrijvers: Staedtler.
Mijn kladje. Ik heb daartoe een kopie gemaakt van mijn tekening op wat dikker papier (CreaKit Schetsboek A4 formaat, 200 grams). Dan kan ik wat spelen met kleur voor ik op mijn echte tekening aan de slag ga. Ik laat me inspireren door Eni Oken die een boek geschreven heeft over het kleuren van glasachtige edelstenen '3D Tangle: Shading Smooth Gems' dat ik in PDF-bestand via Etsy besteld heb: de link vind je HIER. (Als hij het nog doet, anders moet je even via Google zoeken.)
Voor mij betekende dit het doorbreken van een taboe. Gebruik van mijn zwarte kleurpotlood. Tot hier toe waren in mijn kleurdoos de zwarte kleurpotloden en de grijze ('bah saai'), de enige die zowat ongeslepen achterbleven. De rest werd regelmatig vervangen omdat ze op waren, maar deze...
Daar zit natuurlijk een spirituele betekenis achter, waar niet? De kleur zwart vertegenwoordigt ons onderbewuste, datgene wat we ons niet bewust zijn en dat is nu net zo eng. Want wat zit er in die duisternis verborgen? Onze schaduwkant bekijken, onze duistere kant, onze blokkades? Mmmmm.... ook zoiets. Maar wat als we ontdekken dat zwart in wezen een kleur is (eigenlijk juist het ontbreken van kleur), die ons enorm kan verrijken, kan bevrijden zelfs? Door zwart te leren kennen, kunnen we wit (de verzameling van alle kleuren) juist beter waarderen en er meer mee doen. We kunnen wit juist laten stralen. Het maakt alles juist compleet.
Ken je de Yin Yang figuur?
De één kan niet bestaan zonder de ander. Samen zijn ze één geheel.
We kunnen ons niet bewust zijn van kleur, als we het ontbreken van kleur niet kennen.
Deze tegenstelling is net als de twee zijden van één papiertje. De ene kant van het papiertje kan ook niet bestaan zonder de andere kant.
Wanneer we de duisternis in onszelf durven aanschouwen en ermee durven werken, kunnen we ineens nog veel meer kleur in ons leven brengen. Grappig dat ik dit letterlijk ontdekte in het werken met de Rembrandt Lyra kleurpotloden. Het was net toveren en ik ontdekte dat ook andere kleuren en andere kleurpotloodmerken dit effect hadden.
Inmiddels, jullie hebben al wat Keltische knopen langs zien komen in de voorgaande blogs, heb ik mijn allereerst zwarte kleurpotloodje in mijn 19 jarige mandala-carrière helemaal op. Ik kan 'm nu toch écht niet nog verder aanslijpen... hahaha...:
Tip:
Gebruik een potloodverlenger om te zorgen
dat ook korte potloodjes nog goed in de hand liggen met tekenen/kleuren.
Er zijn er meerdere op de markt, maar
diegene die het potloodje goed vastklemmen werken het fijnste.
Ikzelf gebruik graag die van Derwent.
Deze studie leidde mij naar de volgende opzet:
Allereerst beginnen we met het trappatroon in potlood in het middendeel te tekenen (denk er bij het inkleuren straks wel aan dit niet uit te vegen!) en tegen de 'rand van het bord' met zwart een schaduwrand aan te brengen, onder de gevlochten koorden. Deze rand verloopt van donker naar licht richting het midden. Dit verloop creëer je door laagsgewijs op te bouwen, dus niet ineens hard drukken om het donkerder te krijgen, want dan kan er straks geen groen meer overheen. Dunne lagen dus.
Zoals je ziet, geeft dit meteen al diepte aan de tekening. De koorden lijken nu duidelijk boven een achtergrond te liggen. En die achtergrond heeft ook nog een bolling. Dit is heel anders dan op dat kladje wanneer je al die kleine vlakjes per stuk bewerkt. Dan lijken die kleine vlakjes tussen de koorden in te liggen. Het is dus een keuze die je maakt, wat jij het mooist vindt. Ik ben gegaan voor het grote vlak, mede om de kleine stukjes die overblijven tegen de rand van het 'bord'.
De volgende laag die aangebracht wordt is met de donkerste groen, daarbij ga je ook over het zwart heen, waarbij deze donkergroene laag iets verder naar het midden reikt dan de zwarte. En denk eraan: niet op je potlood drukken, het potlood het werk laten doen. Laag over laag aanbrengen.
Met middengroen breng je weer een laag aan over het zwart en het donkergroen en wederom een stukje verder naar het midden.
Zoals je ziet geeft iedere stap meer diepte aan de tekening.
De volgende laag bestaat uit de lichtste groen van deze serie.
Wanneer we deze laag over de vorige heen zetten is het net toveren... Prachtig wat deze kleuren met elkaar doen. Het mengen van deze twee kleuren is net een huwelijk, waarin een kind geboren wordt met een geheel eigen uniek karakter.
De potloodlijnen m.b.t. het trappatroon worden overgetrokken met het middelgroene kleurpotlood.
En dan is nu de vraag 'Ga ik dit zo laten of breng ik hier wat van die lichtschitteringen in, zoals bij de edelstenen van Eni Oken?'
Ik laat mijn tekening even liggen. Naast mijn kladje. Af en toe even wat afstand nemen is handig in zo'n geval. Je tekening hoeft niet in één dag af. Neem er je tijd voor.
Tijdens het bedenken hoe of wat met het licht, ben ik vast met de buitenrand begonnen. Ik breng met zwart een schaduw aan aan de buitenkant van de rand, waarbij het verst naar buiten gelegen deel het donkerste wordt. Wederom dunne laag over dunne laag om nog volgende lagen aan te kunnen blijven brengen, dus niet op het kleurpotlood drukken (anders druk je de structuur van het papier plat en kun je geen nieuwe lagen meer aanbrengen):
De volgende laag wordt in het donkerste groen eroverheen gezet. Kleur ook nu weer, net als in het binnendeel van de mandala, over het zwart heen en breng laag over laag aan naar buiten toe, zodat binnenin het lichtste blijft.
Vervolgens pakken we middengroen en brengen wederom laag voor laag een nieuw vlak aan tegen en over de vorige. We kleuren over de vorige twee kleuren heen en laten naar binnen toe verlopen naar een steeds lichtere kleur.
In dit detail kun je goed zien wat een lichte groene laag nu teweeg brengt, het is net toveren met deze kleuren van de LYRA kleurpotloden van Rembrandt. Een ander merk kan een heel ander effect teweeg brengen, vandaar dat je een kleurenstudie met jouw kleurpotloden in het voren kunt uitvoeren. En denk erom, meerdere dunne lagen over elkaar aanbrengen om een nieuwe kleur toe te voegen!
Op dit moment is er sprake van een best wel mooi resultaat, maar voor mijn gevoel is hij nog niet af. Over die lichtschitteringen erin brengen, ben ik nog steeds niet uit en over de kleur van de koorden ook niet. Die kan ik wit laten, wat best een mooi gezicht is zo, maar ik kan ze ook een kleurtje geven, maar dan welke kleur. Oranje, geel, goud? Nog geen idee. Ik ga intussen verder met dat wat ik zeker weet: de smalle cirkelrandjes worden goudkleurig. Ik breng met een dun penseeltje goudkleurige acrylverf aan.
Na het aanbrengen van de goudverf laat ik deze goed drogen. Daarna loop ik nog even alle zwarte lijnen erlangs na, want her en der ben ik toch iets over de lijntjes heen gegaan (niet erbuiten, maar erover heen). Ik neem daartoe een zwarte fijnschrijver die dunner is dan de diegene waarmee ik de lijnen getekend heb in de eerste plaats. Anders krijg ik van die hele dikke lijnen en dat wil ik niet. Aangezien er acrylverf gebruikt is, waar ik met die fijnschijver dus af en toe overheen moet om mijn zwarte lijnen te herstellen, gaat er wat van de droge verf aan mijn penpuntje zitten. Daartoe heb ik een gewoon wit velletje papier bij mij liggen, waar ik regelmatig even op wat op krabbel, om de droge verf eraf te krijgen, de inkt in het penpuntje weer goed te laten stromen. Zo maak ik mijn pen dus weer schoon. Zorg dat je hier altijd ook mee eindigt, anders kom je er een volgende keer ineens achter dat je pen het niet meer doet. Dat komt dan waarschijnlijk doordat er opgedroogde verf in de punt is gaan zitten. Als je aquarelverf of gouache gebruikt hebt is dat niet zo erg, dan helpt even dopen in een klein beetje water, maar bij acrylverf is het hard worden definitief en zal de opgedroogde verf niet meer oplossen in een beetje water. Houd hier dus rekening mee. Zorg goed voor je tekenmaterialen, anders levert dat teleurstellingen en tegenvallers op en dat zou jammer zijn.
Hetzelfde principe geldt ook voor gummen. Wanneer je gum een beetje vies is geworden, gum dan gewoon over een schoon wit papier totdat je gum ook weer schoon is (en het papier waarschijnlijk vol grafiet of pigment). Dat houdt je tekening een volgende keer ook zuiver van kleur. Want als je met een vieze gum gaat gummen kan dat meer vies maken dan schoon.
Mijn tekening ziet er nu zo uit:
De goudrandjes zijn wat lastig te zien op een scan, maar op een foto, die een beetje schuin genomen is, is de glinstering iets beter te aanschouwen:
En nu weet ik het even niet meer. Ik heb mijn tekening nu lang genoeg onder handen en lang genoeg bekeken, vind ik, en ik heb heel mooie groene kleuren, dus ik wil graag een goed beeld hebben van de te gebruiken verdere kleuren. Ik wil al mijn werk dat nu al in de tekening zit niet verpesten, dus ik ga een foefje toepassen. Ik teken wat kleuren (allemaal LYRA, net als de groene tinten) op de rand van een kladpapier (gebruik in zo'n geval liefst hetzelfde papier waar je op aan het tekenen bent) en leg dat naast of op de kleuren in je tekening. Je kunt ook een kleurenkopie van je tekening maken en daarop gaan experimenteren met kleuren, als je het dan nog niet goed weet. Dan kun je rustig uitproberen en het origineel schoon houden. Houd er wel rekening meer dat kleurenkopieën meestal nét even anders uitvallen dan het origineel. Eventueel kun je je kopie een beetje bijkleuren, zodat je juiste tonen te vergelijken zijn. In dit geval kom ik uit op oranje-rode tinten voor de koorden, dus die ga ik inkleuren zoals in de oefening gebeurde met blauwe tinten, de versie met kleurverloop in de koorden. Dit zijn de kleuren die ik gevonden heb, van links naar rechts op de afbeelding:
Dark Orange 600-15;
Scarlet Lake 600-18
Pale Geranium Lake 600-21
Rose Carmine 600-24
Dark Carmine 600-26
Allemaal kleurpotloden van LYRA Rembrandt-Polycolor. En dit is het resultaat, een foto:
Ook nu weer even schuin op de foto gezet, dan zie je de glans ietsje beter...
Ik hoop dat je met dit hele verhaal over het ontstaan van deze mandala inspiratie opdoet voor je eigen werk. Zoals gezegd: je hoeft het niet allemaal letterlijk zo te volgen. Doe er vooral je eigen ding mee!